praal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord praal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord praal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je praal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord praal is hier. De definitie van het woord praal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpraal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • praal
  • In de betekenis van ‘pracht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord praal -
verkleinwoord - -

de praalv / m

  1. opzichtige schoonheid
    • De praal van de feestjes van Paris Hilton is steeds een beetje overdreven. 
vervoeging van
pralen

praal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pralen
    • Ik praal. 
  2. gebiedende wijs van pralen
    • Praal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pralen
    • Praal je? 
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]