prendaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van prendar prendaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van prendarse...
toekomende tijd (futuro) van prendar prendare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van prendarse aanvoegende wijs derde persoon...
derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van prendar prendaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van prendarse...
IPA: /pɾeŋ.ˈðeɾ/ pren·dar prendar overgankelijk een onderpand nemen van overgankelijk de genegenheid winnen van prendar in: Diccionario de la lengua...
prendaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van prendarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van prendarse...
prendado voltooid deelwoord (participio) van prendar prendado voltooid deelwoord (participio) van prendarse...
eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse...
enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse...
enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse...
prendará derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van prendar prendará derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van prendarse...