privédeel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord privédeel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord privédeel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je privédeel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord privédeel is hier. De definitie van het woord privédeel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanprivédeel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • pri·vé·deel
enkelvoud meervoud
naamwoord privédeel privédelen
verkleinwoord

het privédeelo [1]

  1. het deel dat voor persoonlijk gebruik is; het particuliere deel
     Het is weer zo ver, de aangifte inkomstenbelasting. Daar waar het privédeel door de Belastingdienst vaak grotendeels is ingevuld, moet je het zakelijk deel als ondernemer zelf doen. Een van de meest gemaakte fouten door ondernemers en zzp’ers is het onjuist of onterecht aftrekken van kosten. Hoe doe je dat nou goed? We helpen je een eindje op weg.[2]
  2. (seksualiteit) intieme lichaamsdelen
     De twee zouden tijdens een zomerkamp voor Joodse kinderen in de Verenigde Staten zijn aangerand door de Amerikaan L., die begeleider was. Jaren later ging hij als rabbijn aan de slag in Nijmegen. ,,Kampbegeleider L. zonderde me af, trok mijn kleren uit en begon mijn privédelen in te smeren met zalf’’, zegt een van de slachtoffers tegen De Telegraaf.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 oktober 2024 Weblink bron
    Stella van der Werf
    “Ondernemers opgelet: valkuilen bij belastingaangifte” (12 mrt. 2019), De Telegraaf
  3. Bronlink geraadpleegd op 3 oktober 2024 Weblink bron
    Lars Barendregt
    “'Nijmeegse rabbijn maakte zich schuldig aan seksueel misbruik'” (03-01-2018), Tubantia