ahijar a·hi·jar overgankelijk adopteren [1] adoptar onovergankelijk zich voortplanten (plantkunde) uitbotten, uitlopen [1] procrear [2] retoñar...
het Spaanse werkwoord procrear Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) procrear procreado procreando Aantonende...
Duits: züchten (de) Engels: breed (en), rear (en) Noors: dyrke (no) Nynorsk: dyrke (nn) Spaans: criar (es) , criarse (es), procrear (es)...