rally

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rally. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rally, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rally in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rally is hier. De definitie van het woord rally zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrally, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ral·ly
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘sterrit’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord rally rally's
verkleinwoord rally'tje rally'tjes

de rallym

  1. (sport) een snelheidsrace over tijdelijk afgesloten, maar normaal gesproken openbare wegen waarbij het o.a. gaat om snelheid
  2. reünie
  3. (sport) een reeks van slagen zonder punt in het tennis
  4. (financieel) snel oplopen van de beurskoersen
vervoeging van
rallyen

rally

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rallyen
    • Ik rally. 
  2. gebiedende wijs van rallyen
    • Rally! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rallyen
    • Rally je? 
87 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]


vervoeging
onbepaalde wijs to  rally 
he/she/it  rallies 
verleden tijd  rallied 
voltooid
deelwoord
 rallied 
onvoltooid
deelwoord
 rallying 
gebiedende wijs  rally 

rally

  1. onovergankelijk bijeenkomen, samenkomen
  2. onovergankelijk zich verenigen
  3. onovergankelijk weer opleven, zich herstellen
  4. overgankelijk bijeenbrengen, verzamelen
  5. overgankelijk hergroeperen
  6. overgankelijk doen opleven

rally

  1. bijeenkomst, samenkomst
  2. collectie, verzameling
  3. opleving
  4. (sport) rally
  5. (financieel) rally