rantsoeneren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rantsoeneren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rantsoeneren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rantsoeneren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rantsoeneren is hier. De definitie van het woord rantsoeneren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrantsoeneren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • rant·soe·ne·ren

rantsoeneren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rantsoeneren
rantsoeneerde
gerantsoeneerd
zwak -d volledig
  1. voorzien van de benodigde levensmiddelen
  2. verdelen van een schaars goed door iedereen een kleinere, afgepaste hoeveelheid te geven
    • Het hele oosten van Afrika dreigt onleefbaar te worden. Ook in het Middellandse Zeegebied ziet de toekomst er vooral droog uit. Was het toeval dat Rome afgelopen zomer het water moest rantsoeneren? [3] 
    • Sinds de ramp zijn 19 van de 54 kerncentrales nog in bedrijf. Functionarissen hebben gezegd dat in het slechtste geval alle reactors in Japan halverwege 2012 gesloten zouden kunnen worden. Dan zou het land 30 procent minder energie opwekken, wat weer zou leiden tot het structureel rantsoeneren van energie. [4] 
    • Gezondheidszorg is een schaars goed. De gezondheidseconomie leert dat de vraag het aanbod altijd overtreft. Er is nooit genoeg voor iedereen. Zelfs voor de zorg die doorgaat voor noodzakelijk geldt dat er altijd mensen zullen zijn die niet krijgen wat zij nodig hebben. Gezondheidszorg is een goed dat per definitie wordt gerantsoeneerd. [5] 
95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[6]
  1. rantsoeneren op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Standaard DONDERDAG 31 AUGUSTUS 2017
  4. Tubantia 01-juni-2011
  5. NRC Martin Buijsen 25 juni 2014
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be