receptionist

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord receptionist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord receptionist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je receptionist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord receptionist is hier. De definitie van het woord receptionist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanreceptionist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Twee receptionisten.
  • re·cep·ti·o·nist
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘iem. belast met de ontvangst van bezoekers’ voor het eerst aangetroffen in 1956 [1]
  • afgeleid van het Engelse reception (ontvangst, receptie) met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord receptionist receptionisten
verkleinwoord receptionistje receptionistjes

de receptionistm

  1. (beroep) een persoon werkzaam in een receptie
    • De receptionist stond hem vriendelijk te woord. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]


  • IPA: /rɪˈsepʃənɪst/
enkelvoud meervoud
receptionist receptionists

receptionist

  1. (beroep) (mannelijke vorm) receptionist.
    «Full-time receptionist position is available in our busy practice.»
    Een positie als receptionist in voltijd is beschikbaar in ons drukke praktijk.
  2. (beroep) (vrouwelijke vorm) receptioniste.