recriminaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van recriminar recriminaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van recriminarse...
toekomende tijd (futuro) van recriminar recriminare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van recriminarse aanvoegende wijs derde...
persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van recriminar recriminaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van recriminarse...
Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? re·cri·mi·nar recriminar overgankelijk verwijten, beschuldigen recriminar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk...
eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van recriminarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van recriminarse...
recriminamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van recriminarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van recriminarse...
recriminado voltooid deelwoord (participio) van recriminar recriminado voltooid deelwoord (participio) van recriminarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recriminarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recriminarse...
persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van recriminarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van recriminarse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van recriminarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van recriminarse...