het Spaanse werkwoord repujar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) repujar repujado repujando Aantonende...
Duits: bosseln (de) Engels: emboss (en) Frans: bosseler (fr), ciseler (fr) Spaans: abollonar (es), cincelar (es), repujar (es)...