Spaanse werkwoord resquebrajar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) resquebrajar resquebrajado resquebrajando...
burst (en), split (en) Spaans: cuartearse (es), estallar (es), hender (es), henderse (es), resquebrajarse (es), reventar (es), reventarse (es), saltar (es)...