retrasare eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van retrasar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs) derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? re·tra·sar retrasar onovergankelijk achterlopen (klok) overgankelijk vertragen, uitstellen achteruitzetten...
retrasaren derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van retrasar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)...
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? re·tra·sar·se retrasarse wederkerend te laat komen achterlopen uitgesteld worden...
retrasaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van retrasar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van retrasar...
retrasamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van retrasar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van retrasar...
tegenwoordige tijd (presente) van retrasar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van retrasar gebiedende wijs (bevestigend...
retrasaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van retrasar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van retrasar...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van retrasar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van retrasar...