rijksacademie
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rijksacademie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rijksacademie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rijksacademie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rijksacademie is hier. De definitie van het woord rijksacademie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrijksacademie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
 Niet te verwarren met: Rijksakademie
|
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijksacademie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛiksakaˌdemi / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- rijks·aca·de·mie
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | rijksacademie | rijksacademies |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rijksacademie v
- (onderwijs) instelling voor hoger onderwijs op een bepaald vakgebied, die door de nationale overheid in stand wordt gehouden
Deze aanduiding is vaak, maar niet uitsluitend gebruikt voor kunstopleidingen.- ▸ De school is aan het eind van de jaren veertig van de twintigste eeuw rijksacademie geworden en was tot in de jaren vijftig de enige toneelopleiding in Nederland.
- ▸ De gesubsidieerde muziekscholen ondervinden heel wat concurrentie niet alleen van de rijksacademies maar ook van de kunsthumaniora's.
Gangbaarheid
- Het woord rijksacademie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Paul PostHet nut van toneel: De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en de opleiding van toneelspelers in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde., jrg 119 nr. 4 (2003), p. 315 - ↑ Weblink bron Danny Van den BusscheVerbondsberichten : Kunstenaarsbelangen in: Vlaanderen., 193 jrg 32 nr. 2 (maart/april 1983), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Roeselare, p. 119
