Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
roffelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
roffelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
roffelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
roffelaar is hier. De definitie van het woord
roffelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
roffelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de roffelaar m
- iets of iemand die een trommelend geluid maakt
- Wat een goed idee om alle zangvogels uit de ‘Vogel Top 100’ van het VARA-programma Vroege Vogels op een dubbel-cd uit te brengen. Deze hitparade van de beste Nederlandse fluiters, trillers, zangers en roffelaars is verzameld door natuurgeluidenjager Henk Meeuwsen. Vernieuwend is het allemaal niet, maar klassiekers als de veldleeuwerik en de tuinfluiter zijn natuurlijk onverwoestbaar. Zij staan naast minder bekende vocalisten als de barmsijs, de snor en de smient. [2]
- Maar het gaat er niet om wie van de twee de beste roffelaar is. Het gaat erom wat er is gebeurd met die vriendenband die ooit de pizzakoerier aannam als drummer en hem nu de zak geeft zodra hij vraagt waar het weggesluisd superdividend is gebleven. Is het echt zo erg? [3]
- kletskous, babbelaar
- beunhaas, knoeier
76 % |
van de Nederlanders;
|
79 % |
van de Vlamingen.[4]
|