Geluid: rondrijdende (hulp, bestand) rond·rij·den·de rondrijdende verbogen vorm van rondrijdend, het onvoltooid deelwoord van rondrijden Het woord...
Geluid: rondrijdend (hulp, bestand) rond·rij·dend rondrijdend onvoltooid deelwoord van rondrijden Het woord rondrijdend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: rondrijd (hulp, bestand) rond·rijd rondrijd (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrijden ... dat ik rondrijd. Het...
Geluid: rondrijden (hulp, bestand) rond·rij·den samenstelling van rond en rijden rondrijden inergatief rijden zonder een bepaald doel of met het...
van rondrijden Ik rij rond. gebiedende wijs van rondrijden Rij rond! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrijden Rij je...
van rondrijden Ik rijd rond. gebiedende wijs van rondrijden Rijd rond! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrijden Rijd...
vervoeging van rondrijden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van rond bw en gereden ww rondgereden voltooid deelwoord van rondrijden Het woord...
tegenwoordige tijd van rondrijden ... dat jij rondrijdt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrijden ... dat hij rondrijdt...
enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrijden Jij rijdt rond. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrijden Hij rijdt rond. (verouderd) gebiedende...
rondrij (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondrijden ... dat ik rondrij. Het woord rondrij staat in de Woordenlijst Nederlandse...