rouille eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van rouiller eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige...
je/j' rouille j'ai rouillé je/j' rouillais j'avais rouillé je/j' rouillai j'eus rouillé je/j' rouillerai j'aurai rouillé tu rouilles tu as rouillé tu rouillais...
stamtijd infinitief verleden tijd voltooid deelwoord rouiller rouillais rouillé eerste groep volledig...
锈 (zh) (xiù) Duits: Rost (de) m Engels: rust (en) Fins: ruoste (fi) Frans: rouille (fr) Georgisch: ჟანგი (ka) (žangi) Grieks: σκουριά (el) (skouriá) Hongaars:...