rouleren
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rouleren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rouleren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rouleren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rouleren is hier. De definitie van het woord rouleren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrouleren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- rou·le·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘in omloop zijn, wisselen’ voor het eerst aangetroffen in 1706 [1]
- afgeleid van het Franse rouler (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| rouleren |
rouleerde |
gerouleerd |
| zwak -d | volledig | |
rouleren [4]
- onovergankelijk in omloop zijn, circuleren, rondgaan
- onovergankelijk om de beurt uitgevoerd worden, afwisselen, in omloop zijn, omwisselen
- Het woord rouleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rouleren" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 78 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "rouleren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ rouleren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
