Geluid: routeer (hulp, bestand) rou·teer routeer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van routeren Ik routeer. gebiedende wijs van routeren Routeer...
Geluid: router (hulp, bestand) rou·ter Leenwoord uit het Engels de router m (informatica) apparaat dat dient om computernetwerken met elkaar te verbinden...
Geluid: routerend (hulp, bestand) rou·te·rend routerend onvoltooid deelwoord van routeren...
Geluid: routerende (hulp, bestand) rou·te·ren·de routerende verbogen vorm van routerend, het onvoltooid deelwoord van routeren Het woord 'routerende' staat...
Geluid: routers (hulp, bestand) rou·ters de routers mv meervoud van het zelfstandig naamwoord router Zie Wikipedia voor meer informatie....
Geluid: routeren (hulp, bestand) rou·te·ren afleiding van route routeren verdelen van een informatiestroom zodat de informatie bij de juiste persoon...
Geluid: gerouteerd (hulp, bestand) ge·rou·teerd vervoeging van routeren: de stam met omvoegsel ge- -d gerouteerd voltooid deelwoord van routeren...
van routeren Jij routeert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van routeren Hij routeert. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van routeren Routeert...
Geluid: routeerde (hulp, bestand) rou·teer·de routeerde enkelvoud verleden tijd van routeren Ik routeerde. Jij routeerde. Hij, zij, het routeerde. ...
Geluid: routertje (hulp, bestand) rou·ter·tje het routertje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord router...