rouwtijd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rouwtijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rouwtijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rouwtijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rouwtijd is hier. De definitie van het woord rouwtijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrouwtijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • rouw·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord rouwtijd rouwtijden
verkleinwoord

de rouwtijdm [1]

  1. periode dat men rouwkleding draagt; tijd dat men in de rouw is
     Na de huwelijksplechtigheid kunt u naar Parijs terugkeren, meneer, terwijl uw echtgenote de rouwtijd in gezelschap van haar stiefmoeder zal doorbrengen.[2]
     Zij stond op en zei: 'Sire, zou het uwe Majesteit behagen de kapitein-generaal en zijn vrienden uit te nodigen voor een bal? De rouwtijd duurt nu al zo lang en het zou het hof ten goede komen als de vroegere blijmoedigheid mocht terugkeren.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De graaf van Monte-Cristo” op Wikipedia (2007), L.J. Veen op Wikipedia, ISBN 9789020413021
  3. Joanot Martorell en Martí Joan de Galba
    “Tirant lo Blanc” (1987), Schocken, ISBN 0805238999