Geluid: rubriceer (hulp, bestand) ru·bri·ceer rubriceer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren Ik rubriceer. gebiedende wijs van...
drukken) aanbrengen (in rood 'ruber' = rood) rubricator, rubricering 1. Het woord rubriceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...
Geluid: rubricerend (hulp, bestand) ru·bri·ce·rend rubricerend onvoltooid deelwoord van rubriceren...
Geluid: rubricerende (hulp, bestand) ru·bri·ce·ren·de rubricerende verbogen vorm van rubricerend, het onvoltooid deelwoord van rubriceren Het woord...
gerubriceerd (hulp, bestand) ge·ru·bri·ceerd vervoeging van rubriceren: de stam met omvoegsel ge- -d gerubriceerd voltooid deelwoord van rubriceren...
clasificar overgankelijk rangschikken indelen classificeren, rangschikken in klassen sorteren, ordenen, rubriceren...
enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren Jij rubriceert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren Hij rubriceert. (verouderd) gebiedende...
rubriceerde (hulp, bestand) ru·bri·ceer·de rubriceerde enkelvoud verleden tijd van rubriceren Ik rubriceerde. Jij rubriceerde. Hij, zij, het rubriceerde. ...
rubriceerden (hulp, bestand) ru·bri·ceer·den rubriceerden meervoud verleden tijd van rubriceren Wij rubriceerden. Jullie rubriceerden. Zij rubriceerden. ...