10 Resultaten gevonden voor "rubricering".

rubriceer

Geluid:  rubriceer    (hulp, bestand) ru·bri·ceer rubriceer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren Ik rubriceer.  gebiedende wijs van...


rubriceren

drukken) aanbrengen (in rood 'ruber' = rood) rubricator, rubricering     1.    Het woord rubriceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...


rubricerend

Geluid:  rubricerend    (hulp, bestand) ru·bri·ce·rend rubricerend onvoltooid deelwoord van rubriceren...


rubricerende

Geluid:  rubricerende    (hulp, bestand) ru·bri·ce·ren·de rubricerende verbogen vorm van rubricerend, het onvoltooid deelwoord van rubriceren Het woord...


catalogar

catalogar overgankelijk catalogiseren, rangschikken, rubriceren...


gerubriceerd

 gerubriceerd    (hulp, bestand) ge·ru·bri·ceerd vervoeging van rubriceren: de stam met omvoegsel ge- -d gerubriceerd voltooid deelwoord van rubriceren...


clasificar

clasificar overgankelijk rangschikken indelen classificeren, rangschikken in klassen sorteren, ordenen, rubriceren...


rubriceert

enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren Jij rubriceert.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren Hij rubriceert.  (verouderd) gebiedende...


rubriceerde

 rubriceerde    (hulp, bestand) ru·bri·ceer·de rubriceerde enkelvoud verleden tijd van rubriceren Ik rubriceerde.  Jij rubriceerde.  Hij, zij, het rubriceerde. ...


rubriceerden

 rubriceerden    (hulp, bestand) ru·bri·ceer·den rubriceerden meervoud verleden tijd van rubriceren Wij rubriceerden.  Jullie rubriceerden.  Zij rubriceerden. ...