schimpnaam

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord schimpnaam. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord schimpnaam, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je schimpnaam in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord schimpnaam is hier. De definitie van het woord schimpnaam zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanschimpnaam, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • schimp·naam
enkelvoud meervoud
naamwoord schimpnaam schimpnamen
verkleinwoord

de schimpnaamm

  1. spottende, beledigende of krenkende bijnaam voor iemand of een groep personen
    • Er verschijnt niet vaak een boek waaraan iemand vijfenveertig jaar heeft gewerkt, luidde in 1999 de eerste zin van een recensie in NRC Handelsblad. Besproken werd het Groot Schimpnamenboek van Nederland, door Dirk van der Heide. Schimpnamen, of locofaulismen, zijn bijnamen voor inwoners van een stad of dorp waar een verhaal achter zit. [2] 
    • Je zou denken dat er allang een overzicht van oude scheldwoorden zou bestaan, maar dat bleek niet het geval. Jongenelen kon ze ook niet snel bij elkaar zoeken, want soms had Mak vermeld dat het om een ‘scheldnaam’ of ‘schimpnaam’ ging, maar meestal niet. [3] 
    • Zo is de schimpnaam Jan Laefcutte voor ‘iemand die de vrouwen laaft, gerieft’ slechts aangetroffen in één rederijkerstekst uit de tweede helft van de 16de eeuw, maar daarmee heb je wel een zeer oude vindplaats te pakken voor cutte in de betekenis ‘vagina’. [4] 
73 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[5]