6 Resultaten gevonden voor "simplificar".

agilitar

agilitar a·gi·li·tar overgankelijk behendig maken, lenig maken bespoedigen vergemakkelijken [1] agilizar [2] acelerar [3] simplificar, facilitar...


agilizar

agilizar a·gi·li·zar overgankelijk behendig maken, lenig maken bespoedigen vergemakkelijken [1] agilitar [2] acelerar [3] simplificar, facilitar...


facilitar

simplificeren verstrekken, verschaffen, bezorgen, voorzien van fácil, facilidad, facilitación, facilitón, facilmente, facilón [1] simplificar [2] procurar...


simplificar/vervoeging

Spaanse werkwoord simplificar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) simplificar simplificado simplificando...


vereenvoudigen

Engels: simplify (en) Spaans: simplificar (es)...


simplificeren

Engels: simplify (en) Frans: simplifier (fr) Spaans: simplificar (es)...