van het Spaanse werkwoord sisar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) sisar sisado sisando Aantonende...
Geluid: sisser (hulp, bestand) IPA: / ˈsɪsər / (2 lettergrepen) sis·ser Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘erwt’ voor het eerst aangetroffen...
Pools: ssak (pl) m Reto-Romaans: mamifer (rm) m Servo-Kroatisch: cисар (sh) (sisar) m, сисавац (sh) (sisavac) m Spaans: mamífero (es) m Thai: สัตว์เลี้ยงลูกด้วยน้ำนม (th)...
Duits: beschwindeln (de), betrügen (de), prellen (de) Oudnoords: hegða Spaans: estafar (es) , sisar (es)...
daa (ee) (oudere zuster), tsɛ (ee) (jongere zuster) Fins: sisko (fi), sisar (fi) Frans: sœur (fr) v Fries: suster (fy) Georgisch: და (ka) (da) Grieks:...