sivil

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sivil. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sivil, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sivil in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sivil is hier. De definitie van het woord sivil zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansivil, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • si·vil
  • Afkomstig van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord civilis (burgerlijk), dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord civis (burger) komt.
Naar frequentie 8501
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud sivil sivilere sivilest
o enkelvoud sivile
meervoud sivile
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
sivile sivilere sivileste

sivil

  1. burgerlijk, civiel
  2. niet militair
    «De sivile myndigheter ledet hjelpearbeidet sammen med de militære.»
    De civiele autoriteiten leidden de hulpverlening samen met de militairen.
  3. niet in uniform
  4. niet crimineel
  • sivil ulydighet
de burgerlijke ongehoorzaamheid
  • Han var i Forsvaret før, men nå har han en sivil jobb.
Hij is vroeger in het leger geweest, maar nu heeft hij een civiele baan.
  • sivil tjenesteplikt
de vervangene dienstplicht
  • gå i sivilt antrekk
in civiele kleding gaan
  • en sivil rettssak
eenburgerlijke zaak
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sivil                    

sivil

  1. (kleding) burgerkleding
    «Soldatene fikk gå i sivil
    De soldaten gingen in burgerkleding.


  • si·vil
  • Afkomstig van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord civilis (burgerlijk), dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord civis (burger) komt.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud sivil sivilare sivilast
o enkelvoud sivile
meervoud sivile
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
sivile sivilare sivilaste

sivil

  1. burgerlijk, civiel
  2. niet militair
    «De sivile myndigheter ledet hjelpearbeidet sammen med de militære.»
    De civiele autoriteiten leidden de hulpverlening samen met de militairen.
  3. niet in uniform
  4. niet crimineel
  • sivil motstand
het civiele verzet
  • sivil ulydnad
de burgerlijke ongehoorzaamheid
  • dei sivile styresmaktene
de civiele autoriteiten
  • Han gjekk over frå Forsvaret til ein sivil jobb.
Hij ging over van een militaire naar een civiele baan.
  • gå i sivile klede
in civiele kleding gaan
  • ei sivil rettssak
eenburgerlijke zaak
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sivil                    

sivil

  1. (kleding) burgerkleding
    «Soldatane fekk gå i sivil
    De soldaten gingen in burgerkleding.


  • Ontleend aan het Engelse civil.

sivil

  1. burgerlijk, civiel


  • Ontleend aan het Franse civil.

sivil

  1. burgerlijk, civiel