skeeleren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord skeeleren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord skeeleren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je skeeleren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord skeeleren is hier. De definitie van het woord skeeleren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanskeeleren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
skeeleren
  • skee·le·ren
  • uit het Engels

skeeleren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
skeeleren
skeelerde
geskeelerd
zwak -d volledig
  1. rolschaatsen op een rolschaats met 4 wieltjes die recht achterelkaar staan
    • Sandrine Tas heeft haar 22e verjaardag tijdens het WK skeeleren luister bijgezet met een zilveren medaille. Tas eindigde donderdag als tweede in de afvallingskoers op de weg over 20 kilometer, op de marathon na het langste onderdeel. [1] 
    • Schouten groeide op in Andijk op een tulpenkwekerij. Haar ouders schaatsten niet, maar in het Noord-Hollandse dorp was de sport tijdens haar jeugd 'deel van de opvoeding'. Veel basisschoolkinderen gingen per bus naar de ijsbaan van Alkmaar. Schouten beschikte over talent en sloot aan bij een club. In de zomer skeeleren, 's winters op het ijs. [2] 
96 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Standaard 07/september/2017
  2. Tubantia Lisette van der Geest 22-oktober-2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be