slijkerig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord slijkerig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord slijkerig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je slijkerig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord slijkerig is hier. De definitie van het woord slijkerig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanslijkerig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • slij·ke·rig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen slijkerig slijkeriger slijkerigst
verbogen slijkerige slijkerigere slijkerigste
partitief slijkerigs slijkerigers -

slijkerig

  1. de consistentie hebbend van dunne klei
    • Het heeft 's nachts geregend en de volgende dag is het nat en slijkerig in het park. Maar niet getreurd, de kronkelige boompjes geven een diep groen te zien dat meestal onder een laag Madrileens stof schuil gaat, en het meisje heeft al net zulke groene ogen. [1] 
    • Ik fiets langs de rivier naar huis. Alle schijnheilige prietpraat in mijn hoofd gaat verloren in de damp die uit het water sliert. Het bos druipt en ik ploeter langzaam over het slijkerige pad. [2] 
    • ‘Wie kennis wil maken met dit fraaie weekdier, welks naam aan het hoofd van dit opstel staat, moet, gewapend met een schepnet, zijn geluk beproeven in een sloot of vaart met slijkerigen bodem en vooral goed diep scheppen’, schreef L. Dorsman. [3] 
69 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]
  1. NRC Samuel de Lange 25 maart 1997 Madrid 1965
  2. NRC Samuel de Lange 26 januari 1999 Uil telt ook
  3. NRC Arjen Fortuin 25 september 2015 Goed, dan gaan we Juan Luis Vives lezen in #Boektober
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be