Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
slimheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
slimheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
slimheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
slimheid is hier. De definitie van het woord
slimheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
slimheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de slimheid v
- de eigenschap van een persoon n.l. dat deze intelligent, vindingrijk maar ook geslepen is
- "De keeper mag die pass prima geven, al was hij wat zacht. Maar je kunt dan als verdediger ook die bal aanvallen, of de tribune in trappen, of sneller anticiperen. En als je dan voelt dat de aanvaller in het voordeel is, moet je zeker van hem afblijven. Dat zijn cruciale dingen. Het heeft met slimheid te maken. Dat weet Menno ook. Hij is één van onze meest ervaren spelers, dus dit mag hem eigenlijk niet gebeuren. Het snijdt je adem af, want de tactiek klopt wel."[2]
- Buiten het algemeen klassement van de Tour de France is er voor journalisten en tourvolgers ook een onderlinge competitie. De wedstrijd ’Wie heeft vandaag het éérst een tafeltje op een goed lunchadres?’ heeft te maken met slimheid en tourervaring.[3]
- Vogelslimheid komt uit een compact brein: Per gram bevatten vogelhersenen veel meer zenuwcellen dan zoogdierhersenen. Hoe slimheid vleugels kreeg.[4]
- vernuft, spitsvondigheid, sluwheid, schranderheid, pienterheid, leepheid, knapheid, gewiekstheid, gevatheid, intelligentie, vindingrijkheid, geslepenheid, hoogbegaafdheid
99 % |
van de Nederlanders;
|
95 % |
van de Vlamingen.[5]
|