sloof

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sloof. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sloof, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sloof in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sloof is hier. De definitie van het woord sloof zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansloof, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sloof
  • In de betekenis van ‘zwoegende huisvrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1634 [1]
  • In de betekenis van ‘voorschoot met korte mouwen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1481 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sloof sloven
verkleinwoord sloofje sloofjes

de sloofv

  1. vrouw die hard werkt, zwoegster, ploeteraarster
    • Assepoester was de sloof van al haar pleegzusjes. 
  2. o voorschot
  3. Horizontale funderingsplaat van gewapend beton aangebracht op de koppen van de ingeheide palen Op deze plaat wordt de dragende zuil(steunpunt)voor de fly-overs gebouwd
vervoeging van
sloven

sloof

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sloven
    • Ik sloof. 
  2. gebiedende wijs van sloven
    • Sloof! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sloven
    • Sloof je? 
96 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]