Geluid: snorkers (hulp, bestand) snor·kers de snorkers mv meervoud van het zelfstandig naamwoord snorker...
Geluid: snorker (hulp, bestand) IPA: / ˈsnɔrkər / (2 lettergrepen) snor·ker afgeleid van snorken ww met het achtervoegsel -er de snorker m iemand...
Geluid: snorkertjes (hulp, bestand) snor·ker·tjes de snorkertjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord snorker...
Geluid: snorkertje (hulp, bestand) snor·ker·tje het snorkertje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snorker...
nɔɾ / når når wanneer «Når kommer du?» Wanneer kom je? når wanneer «Han snorker når han sover.» Hij snurkt als hij slaapt. når tegenwoordige tijd aantonende...
smarterig smelterig smiechterig smokerig smouterig snakerig snoeverig snorkerig sokkerig spakerig spatterig spekkerig spinnerig sproeterig stakerig stinkerig...