snul

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord snul. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord snul, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je snul in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord snul is hier. De definitie van het woord snul zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansnul, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • snul
enkelvoud meervoud
naamwoord snul snullen
verkleinwoord

de snulm

  1. een heel eenvoudige, domme man
    • Klaar voor een nieuw wielerverhaal: zo zit Tom Boonen (28) met zijn vriendin Lore Vandeweyer (25) voor ons in Monaco. Twee mensen die geluk uitstralen. Een koppel met een ronkende naam, dat wel, maar tegelijk zo doodgewoon gewoon. 'Soms denk ik: waarover gaat het? Over een snul als ik.' [3] 
    • Een stelletje yuppievrienden dat elke woensdag bij elkaar komt om samen te eten en een spelletje om ter grootste snul uitnodigen te spelen; daarover gaat de nieuwe voorstelling Smullen en snullen van theaterwerkgroep Aorta. Je kan gaan kijken op vrijdag-, zaterdagavond en zondagmiddag. [4] 
    • Johan Vansummeren had het vooral over het waanzinnige eerste koersuur. 'Het is echt hard werken tot de juiste groep wegrijdt', zei hij. 'Daarvoor zat er altijd wel een snul tussen die je liever niet ziet meegaan. Daarna reden we rustig rond tot CSC eensklaps besliste om het tempo de hoogte in te jagen op die berg van eerste categorie. Ik begreep eigenlijk niet goed waarom ze dat deden.' [5] 
  2. iemand die uit een tovenaarsfamilie komt, maar niet kan toveren (uit de boeken over Harry Potter)
25 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[6]