spekkoper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord spekkoper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord spekkoper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je spekkoper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord spekkoper is hier. De definitie van het woord spekkoper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanspekkoper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • spek·ko·per
enkelvoud meervoud
naamwoord spekkoper spekkopers
verkleinwoord

de spekkoperm

  1. (verouderd) iemand die spek kan kopen
  2. (figuurlijk) iemand die geluk heeft gehad, met name in zaken of met geld
  • Eneco kan wel drie miljard euro opleveren, dat wordt verdeeld over de 53 gemeenten die eigenaar zijn van het energiebedrijf. Met als spekkoper Rotterdam, dat een belang heeft van 31,6 procent. Een meerderheid heeft inmiddels voor verkoop gestemd. [1]
  • Ondanks de kredietcrisis zagen bankiers hun reële lonen sinds 2000 met 20 procent stijgen. Spekkoper waren ze daarmee evenwel niet: onder meer farmaceuten, elektrotechneuten en telecommers zagen hun koopkracht sneller stijgen. Het meest verdienden de 9 duizend Nederlanders die aardolie en gas winnen - gemiddeld 48,40 euro per uur - gevolgd door verwerkers van aardolie (47,10 euro) en bankiers (45,40 euro). [2]
  1. (verouderd) koopman in spek
  1. Tubantia Antti Liukku 27-oktober-2017
  2. Volkskrant Jonathan Witteman 4 november 2017