Geluid: stakelt (hulp, bestand) sta·kelt stakelt tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stakelen Jij stakelt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige...
zij, het wij, we jullie zij, ze tegenwoordig (o.t.t.) stakel stakelt stakelt stakelt stakelt stakelen stakelen stakelen verleden (o.v.t.) stakelde stakelde...