steeg

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord steeg. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord steeg, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je steeg in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord steeg is hier. De definitie van het woord steeg zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansteeg, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • steeg
  • In de betekenis van ‘nauw straatje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1210.[1]
  • erfwoord: Middelnederlands stēge, steech 'straatje, pad, smalle weg', uit Oudnederlands stēga ‘trap’, ontwikkeld uit Westgermaans *stigō- ‘steile weg’, afleiding van het ww. *stīgan-; waarvoor zie stijgen.[2] Evenzo Middelnederduits stēge ‘steile weg, helling’ en Oudhoogduits stega ‘trap’.
enkelvoud meervoud
naamwoord steeg stegen
verkleinwoord steegje steegjes

de steegv / m

  1. zeer smal straatje
vervoeging van
stijgen

steeg

  1. enkelvoud verleden tijd van stijgen
    • Ik steeg. 
    • Jij steeg. 
    • Hij, zij, het steeg. 
    • Het vliegtuig steeg op van de startbaan. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]