Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
stoefer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
stoefer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
stoefer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
stoefer is hier. De definitie van het woord
stoefer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
stoefer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de stoefer m
- iemand die groot gaat op zichzelf
- Achterin het programmaboekje steekt een vel papier met een woordenlijstje. Vrijen met dieren wordt door Vlaamse acteurs in het Vlaams gespeeld en een Nederlands publiek mag bepaalde essentiële woorden niet misverstaan. 'Spauwen' bijvoorbeeld is 'kotsen', 'stoefer' is 'bluffer' en 'poepen' betekent 'neuken'. Dat 'pertang' staat voor 'nochtans' zal ons een zorg zijn en dat 'klappen' Vlaams is voor 'praten' weten we allemaal, maar die drie woorden, spauwen, stoefer en poepen, die doen ter zake. Ze maken van een dier een mens en van een mens een dier. [2]
- Voor Brussel mogen Boupinh Lam van Le Stoefer, Victoria van Wassenhove van OTAP en Yen Pham van Yi Chan gaan voor de titel. Gent stuurt Frederic Geirnaert van Jigger’s, Oostende wordt vertegenwoordigd door Yoeri De Schepper van Histoire d'O. Thomas Timmermans van Bijou en Sofian Vlaminck van Cocktails at nine verdedigen tot slot de Antwerpse eer. [3]
- showbink, druktemaker, bluffer, opsnijder, praatjesmaker, grootspreker, blaaskaak, opschepper, pocher, dikdoener, patser
21 % |
van de Nederlanders;
|
96 % |
van de Vlamingen.[4]
|