stomheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stomheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stomheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stomheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stomheid is hier. De definitie van het woord stomheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstomheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • stom·heid
  • afgeleid van stom met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord stomheid stomheden
verkleinwoord

de stomheidv

  1. zaken die gebeuren door domheid en/of onoplettendheid
    • De dronken man begin een grote stomheid door tegen de deur van de burgemeester aan te plassen. 
  2. het dom zijn
    • Het was weer eens zijn stomheid waardoor hij in de problemen kwam. 
  3. het stom zijn (niet spreken)
  1. domheid, stommiteit
  2. mutisme
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be