Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
stom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
stom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
stom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
stom is hier. De definitie van het woord
stom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
stom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘niet kunnende spreken, dom’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
stom
- geluidloos
- (medisch) niet in staat te spreken
- Het maakte hem stom van verbazing.
- ▸ Eerst dacht ik dat hij misschien verlegen of zelfs stom was, maar opeens schreef hij een korte vraag in een klein notitieblokje en vulde het aan met wat eenvoudige gebaren.[3]
- weinig intelligent
- Tja, dat was stom van me, natuurlijk.
- (informeel) ergerlijk, vervelend, irritant
- (informeel) saai en waardeloos, niet cool
- Ik moet een stomme opdracht maken.
- stomdronken, stomheid, stomkop, stommeling, stommerik, stommiteit, stomtoevallig, stomverbaasd, stomvervelend, stomweg, verstommen
2. niet in staat te spreken
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.