strijdleger

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord strijdleger. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord strijdleger, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je strijdleger in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord strijdleger is hier. De definitie van het woord strijdleger zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstrijdleger, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strijd·le·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  strijd ww  en  leger zn ; de term is pleonastisch en legt de nadruk op het feitelijk aangaan van een conflict in tegenstelling tot passief beschikbare militaire capaciteit, het woord wordt meestal figuurlijk gebruikt, zoals in de eerste vindplaats uit 1837 (zie hieronder)
enkelvoud meervoud
naamwoord strijdleger strijdlegers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het strijdlegero

  1. gewapende macht die een conflict uitvecht
    • Er bestaat een strijdleger der Verenigde Naties, en Nederland draagt zijn steentje volgaarne bij. Het Nederlandse detachement, dat, gesticht door de ernstige woorden van Vader Drees, aan boord is gestapt van de Zuiderkruis, zong ter afscheid de verwarmende Hollandse woorden: ‘Het is plicht dat ied're jongen’. 
  2. (figuurlijk) mensen die georganiseerd opkomen voor een ideaal waar anderen zich tegen verzetten
    • Hij meende daarom te moeten zeggen ‘tot de grote koppen, de theoretici, de schitterende redenaars - die wij ook nodig hebben - alsook tot anderen die misschien 50 jaar te vroeg geboren zijn: wees voorzichtig!: trap niet met de voeten wat tenslotte de massa zelf vertegenwoordigt van het Vlaams-nationale strijdleger.’ 
    • De gematigte Protestanten hebben gezegd: "Erasmus : heeft, een der eersten, de gierigheid en lekkerbekkerij der monniken, de buitensporige aanmatiging van het Roomsche hof, het zotte bijgeloof van het: volk, aangevallen; (…). Reken hem onder de edelste opperhoofden van het groote strijdleger der zestiende eeuw." 

Gangbaarheid

Verwijzingen