string

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  string    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• string

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘minuscuul broekje dat van achter slechts uit een koordje bestaat’ voor het eerst aangetroffen in 1983
• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gegevenstype dat uit een reeks tekens bestaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1980

Zelfstandig naamwoord

de string v / m

1. (informatica) reeks tekens (tevens in sommige programmeertalen een datatype)

   • in de programmeertaal 'M' kennen we alleen het datatype string 

2. (natuurkunde) basaal "deeltje" in de stringtheorie
3. (kleding) tanga die van achter slechts uit een koordje ('string') bestaat, stringtanga
4. streng ??

Hyponiemen

• T-string, g-string, hamstring, mannenstring, ministring, teenstring, voetstring, zoekstring

Afgeleide begrippen

• stringtanga, stringtheorie

Gangbaarheid

• Het woord string staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "string" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak

• Geluid:  string (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /strɪŋ/

Zelfstandig naamwoord

string

1. touw
2. snaar
3. snoer

Werkwoord

string

1. rijgen
2. snaren aanbrengen