Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
strot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
strot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
strot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
strot is hier. De definitie van het woord
strot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
strot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘voorkant van de hals’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1] [2]* erfwoord: naast gewestelijk stroot, uit Middelnederlands strōte (ook starte, sterte), uit Oergermaans *struttōn, evenals Nederduits Strott, een versmoltene stam met de mobiele s uit de eerdere grondvorm *þrūtō, genitief *þruttaz, deverbatief bij Indo-Europees *(s)trud- ‘opgezwollen, naar voren stekend’, vergelijk Welsh trythu ‘zwellen’, Latijn strūma ‘kropgezwel’, Lets trums ‘gezwel’ en Oudkerkslavisch trŭsa ‘stijf haar’. [3]
de strot v / m
- (anatomie) strottenhoofd, keel
Ik ben het helemaal zat, ik heb er helemaal genoeg van
- Iemand iets door de strot duwen
Iemand tegen diens zin iets opdringen
- De dagen en de week zijn nog niet om of daar zijn ze alweer, identiek en altijd van dezelfde matige kwaliteit, keurig aan huis afgeleverd, door de brievenbus geschoven, door open ramen naar binnen gegooid, door de schoorsteen gedonderd, je door de strot geduwd, als een abonnement dat je niet kunt opzeggen, terwijl het bedrijf erachter maar niet snapt waarom je ervan af wilt. [4]
- Iets niet door de strot krijgen
Iets niet lusten
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[5]
|