Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
sukkelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
sukkelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
sukkelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
sukkelaar is hier. De definitie van het woord
sukkelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
sukkelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de sukkelaar m
- iemand die veel tegenspoed te verduren heeft gehad
- Er is al volop kritiek op de pyjamadagen. Onze rusthuisbewoners vragen hier niet om, aldus de plaatselijke welzijnsorganisatie. 'Zorgpersoneel moet opkomen voor zijn patiënten. Het zijn juist sukkelaars die in zulke rusthuizen belanden. Je moet hen er niet bij laten zitten als schooiers', stelt een geriater.[2]
- iemand die veel domme fouten heeft gemaakt
- In Amsterdam is 55 miljoen zoek. Bij de gemeente. Niemand begrijpt het. Ook niet de D66-wethouder, die juist orde op zaken zou stellen. Hij is een professional, beweerde men bij zijn aantreden. Het blijkt net zo'n sukkelaar als een lange lijst voorgangers.[3]
- Ik heb die persoon en alle andere “hoogdravers” teruggeschreven dat ze hun opgefokte praat hier bij mij thuis eens in mijn gezicht mogen komen aframmelen. Ik zal hen dan gepast van antwoord dienen, op mijn manier. Niemand van al die “sukkelaars” heeft na mijn wederwoord nog gepiept.’[4]
91 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[5]
|