Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tamboer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tamboer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tamboer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tamboer is hier. De definitie van het woord
tamboer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tamboer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘trommelaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1642 [1] [2]
de tamboer m
- trommelslager die de maat aangeeft bij het marcheren van soldaten
1. trommelslager die de maat aangeeft bij het marcheren van soldaten
tamboer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboeren
- gebiedende wijs van tamboeren
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboeren
91 % |
van de Nederlanders;
|
93 % |
van de Vlamingen.[3]
|