tandloos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tandloos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tandloos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tandloos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tandloos is hier. De definitie van het woord tandloos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantandloos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tand·loos
  • afgeleid van tand met het achtervoegsel -loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tandloos tandlozer tandloost
verbogen tandloze tandlozere tandlooste
partitief tandloos tandlozers -

tandloos

  1. zonder tanden
    • Het jonge kind is nog tandloos. 
    • Het oude vrouwtje is tandloos. 
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be