tantearé eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van tantear tantearé eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van tantearse...
toekomende tijd (futuro) van tantear tanteare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van tantearse aanvoegende wijs derde persoon...
derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van tantear tantearen aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van tantearse...
nog niet. Aanmaken? tan·te·ar tantear onovergankelijk op de tast lopen overgankelijk testen, proberen [2] probar tantear in: Diccionario de la lengua española...
tantearía eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van tantearse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van tantearse...
tanteado voltooid deelwoord (participio) van tantear tanteado voltooid deelwoord (participio) van tantearse...
tanteamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tantearse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van tantearse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tantearse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tantearse...
eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tantearse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van tantearse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tantearse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tantearse...