Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
thuiskomen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
thuiskomen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
thuiskomen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
thuiskomen is hier. De definitie van het woord
thuiskomen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
thuiskomen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
thuiskomen
- ergatief terugkeren in de eigen woning
- Hij was nog maar net thuisgekomen toen hij het nieuws hoorde.
- ▸ ‘Denk erom hè… Geen haast,’ riep hij me na terwijl ik naar de grensmuur liep om mijn hand op het koude ijzer te leggen en mezelf moed in te praten: ‘veilig thuiskomen’.[2]
99 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[3]
|