toonloos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord toonloos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord toonloos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je toonloos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord toonloos is hier. De definitie van het woord toonloos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantoonloos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • toon·loos
  • afgeleid van toon met het achtervoegsel -loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen toonloos toonlozer toonloost
verbogen toonloze toonlozere toonlooste
partitief toonloos toonlozers -

toonloos

  1. zonder nadruk of duidelijke nuancering in het stemgeluid
  2. (taalkunde) onbeklemtoond
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be