trabucaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van trabucar trabucaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van trabucarse...
trabucare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van trabucar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
trabucaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van trabucar trabucaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende...
voorwaardelijke tijd (condicional) van trabucar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van trabucar trabucaría eerste persoon enkelvoud...
trabucado voltooid deelwoord (participio) van trabucar trabucado voltooid deelwoord (participio) van trabucarse...
tegenwoordige tijd (presente) van trabucar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van trabucar trabucamos eerste persoon meervoud...
tegenwoordige tijd (presente) van trabucar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucar gebiedende wijs (bevestigend...
verleden tijd (pretérito imperfecto) van trabucar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van trabucar trabucaba eerste persoon enkelvoud...
tegenwoordige tijd (presente) van trabucar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucar trabuca derde persoon...