overgankelijk overhevelen, overgieten, decanteren dichterbij zetten, naderbij brengen met de mond pakken [2] trasvasar, transvasar, decantar [3] acercar...
het Spaanse werkwoord trasvasar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) trasvasar trasvasado trasvasando...