traven

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord traven. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord traven, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je traven in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord traven is hier. De definitie van het woord traven zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantraven, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tra·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
traven
traafde
getraafd
zwak -d volledig

traven

  1. overgankelijk (scheepvaart) (verouderd) vast tegen elkaar aanduwen, tegen elkaar persen (van scheepslading)
    • (…); maar dat ook de Scheepen van die Natien geheel anders zyn geconstitueert, mitsgaders de maniere van haare Scheepen te laaden, op een gantsch andere wyse geschied, met de Stukgoederen daar in te traven, dan by onse Compagnie gebruikelijk is, (…) [3]
17 % van de Nederlanders;
8 % van de Vlamingen.[4]