trissen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord trissen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord trissen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je trissen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord trissen is hier. De definitie van het woord trissen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantrissen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • tris·sen
  • uit het Latijn [1]

trissen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
trissen
triste
getrist
zwak -t volledig
  1. voor de derde keer een studiejaar moeten overdoen (zittenblijven als je al bent blijven zitten)
     Je tegenzin kan niet groter zijn: studeren! Terwijl je alleen maar wilt voetballen en plezier maken. Wat daarna gebeurt, is redelijk voorspelbaar: je moet bissen. Wat het jaar daarop gebeurt, is dat iets minder: je moet trissen. En tot overmaat van ramp breek je tijdens een training met de universitaire voetbalploeg vijf tenen. Je grootste jongensdroom mag je nu wel voorgoed opbergen. Niet bepaald bemoedigend, hé?[2]
22 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]
  1. trissen op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    kve
    “Sven Mary schrijft zijn 16-jarige ik een brief” (26/07/2012), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be