trouwzaal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord trouwzaal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord trouwzaal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je trouwzaal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord trouwzaal is hier. De definitie van het woord trouwzaal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantrouwzaal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
trouwzaal in Gouda
  • trouw·zaal
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwzaal trouwzalen
verkleinwoord trouwzaaltje trouwzaaltjes

de trouwzaalv / m

  1. zaal waar burgerlijke huwelijken plaatsvinden, vaak maar niet altijd gelegen in het stadhuis
    • Laat nou net Boomstra degene die zijn die helemaal niets met die media-aandacht moet hebben. Zijn secondant, te vergelijken met een assistent-coach, Wouter Sipma, vertelde eerder deze week dat Boomstra “snapt dat het erbij hoort”, maar dat je die normaal net zo goed in een gymzaal op een onbeduidende plek kunt neerzetten. Voor hem staat het bord centraal, hoe minder hoe afleiding hoe beter. En deze wereldtiteltour door het land onderscheidde zich ook door de wat uniekere locaties: de universiteit in Groningen, de stad waar Boomstra natuurkunde studeert, de trouwzaal van het stadhuis in Wageningen, de geboortestad van Groenendijk, en de vergaderzaal van de Eerste Kamer en een glazen huis op het Plein in Den Haag bijvoorbeeld. Boomstra speelde meerdere malen met oordoppen in, omdat hij gevoeliger is voor alles om hem heen dan Groenendijk. [2] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Frank Huiskamp 15 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be