het Spaanse werkwoord truncar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) truncar truncado truncando Aantonende...
Italiaans: tagliare (it) Oudnoords: afsniða, efsa Papiaments: kòrta Pools: odciać (pl) Spaans: cortar (es), cercenar (es), amputar (es), truncar (es)...